top of page

Kerosinetankers door de Woudwetering

door Thea Lansbergen


Jarenlang voeren er per dag wel tien tankers met kerosine door de Woudwetering. De kerosine was afkomstig uit Rotterdam, met bestemming Schiphol. Logisch dat de gemeente Woubrugge zich hier zorgen over maakte en deze zorgen in de jaren tachtig van de vorige eeuw bij de provinciale overheid kenbaar maakte. Een kerosineleiding zou volgens de gemeente een goede oplossing zijn.


Shell wilde eind ’88 grotere schepen (400 kubieke meter groter dan de schepen van circa 1100 kubieke meter die gebruikt werden) voor kerosinevervoer naar Schiphol gaan inzetten, waardoor het aantal vaarten beperkt zou kunnen worden.

De eigenaren van zes Woubrugse jachthavens waren hier faliekant tegen en ook zij pleitten voor de aanleg van een leiding voor de kerosine.

In februari 1989 maakten de gezamenlijke oliemaatschappijen bekend dat de kerosine over vier jaar grotendeels per pijpleiding naar Schiphol zou worden getransporteerd. De pijpleiding zou een lengte krijgen van 57 kilometer en zou 50 miljoen gulden gaan kosten, voor rekening van tien verschillende oliemaatschappijen.

In juli 1995 was het eindelijk zover…


De Woubrugse winkeliers (verenigd in de WIKO) hoopten dat hiermee ook een einde zou komen aan het afmeer- en aanlegverbod aan de Comriekade dat de provincie een aantal jaren daarvoor in verband met de veiligheid had ingesteld. Maar dat ging niet door, want minimaal één tanker per dag zou er nog wel door de Wetering blijven varen. Het bleken er overigens veel meer, zeven à acht. In augustus 1993 versoepelde de provincie het afmeerverbod enigszins: waterrecreanten mochten er afmeren wanneer de brug in het weekend niet wordt bediend.


Een belangrijk obstakel voor de schepen was de bocht bij de brug in Woubrugge. Burgemeester Van Beek zei in november 1995 (in het Witte Weekblad) dat er gezocht werd naar oplossingen om die bocht eruit te krijgen. Een oplossing zou zijn om het terras bij restaurant ‘Het oude Raedthuys’ te verkleinen. Karin de Lange van Gemeentebelang vond echter dat het verwijderen van die bocht een verarming van het dorp zou betekenen en dat de tankers dan alleen maar nog harder zouden gaan varen.


Ook toen er eind jaren negentig een tweede pijpleiding was gerealiseerd (vanaf Rotterdam via de Lek, het Amsterdam-Rijnkanaal en het IJ naar de Oiltanking in het Amsterdam Westelijk Havengebied) en er helemaal geen tankers meer door de Wetering voeren, vond de provincie opheffing of versoepeling van het aanlegverbod niet verantwoord. De provincie vond een aanlegplaats langs de Comriekade namelijk in strijd met de beroepsvaart, omdat er grote schepen varen die voldoende ruimte moesten hebben.

Burgemeester Van Beek gaf het nog niet op: de gemeente zou de discussie over meer aanlegmogelijkheden warm houden want die aanlegplaatsen waren volgens hem van belang voor de economie van Woubrugge. In 2000 werd daartoe een botentelling gehouden, om erachter te komen of er voldoende boten door de wetering varen om het afmeerverbod nog langer te rechtvaardigen, maar dit had geen gunstig resultaat.

Sinds 2014 mogen ook eigenaren van pleziervaartuigen hun scheepjes niet meer voor hun deur in de Wetering laten liggen.



3 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Lichte fundering Hoogmade

door Peter van Hoesel Gemeentebelang was altijd in voor een vernieuwende aanpak. Zo stond het onderwerp ‘lichte fundering in Hoogmade’ in de commissievergaderingen van de partij regelmatig op de agend

bottom of page